Drank maakt meer kapot dan je lief is, maar zorgt daarentegen wel voor een bedrieglijk hoog gevoel voor zelfvertrouwen!
Ik was een jaar of negentien. Destijds werkte ik (tijdelijk) bij een metaalfabriek ergens in het noorden des lands. Twee afdelingen waren er: de hoofdfabriek in het ene dorp en een dependance twee dorpen verderop. Die laatste, daar werkte ik. Die eerste, daar werkte hij. Hij, die verdomd knappe jongen die ik zo nu en dan zag lopen door onze fabriekshal wanneer hij iets kwam halen of brengen. Hij, met die intense ogen en een lijf om van te kwijlen. Hij, van wie ik de naam niet eens wist en hij de mijne waarschijnlijk ook niet. Maar dáár ging verandering in komen, zo besloot ik.
Furore
Een uitgebreide kerstborrel op locatie hoofdfabriek was voor mij DE mogelijkheid om deze hot mystery guy beter te leren kennen. Vastbesloten hem voor mij te winnen, verscheen ik de bewuste avond op mijn paasbest – of beter: kerst-best – ter plaatse. En ja, ik maakte furore met mijn zorgvuldig gestylde outfit inclusief hakken, bijpassende make-up en wild geföhnde haren! Tot dan toe kende iedereen mij als die stoere, make-up loze chick met eeuwige paardenstaart en altijd op kistjes lopend. Maar nu zagen ze eens hoe ik er óók uit kon zien en dat bleef niet onopgemerkt. Behalve dan door de persoon voor wie al die opsmuk bedoeld was! Die was kennelijk niet onder de indruk, of hij deed alsof. Dat laatste was natuurlijk het geval, zo overtuigde ik mijzelf. Ik deed daarom alles om zijn aandacht te krijgen: drinken bestellen wanneer ik zag dat hij in de buurt van de bar stond in de hoop dat hij me aan zou spreken. Naast hem staan en beetje zwieren met mijn heupen op de muziek (showing off the merchandise) maar dan wel doen alsof ik hèm niet zag, want het moest niet wanhopig lijken natuurlijk! Of quasi tegen hem oplopen zodat ik mij kon verontschuldigen en hem een drankje aan kon bieden. Maar niets van dat alles had effect. Ondertussen – mijzelf moed in drinkend – vloeide de alcohol rijkelijk. Mijn carpool date was al lang weg. Ik wilde niet mee. Ik was op missie! Dat ik zo’n vijftig kilometer van huis was met nu dus geen vervoer terug, boeide me niet. Ik had zo mijn eigen voorstelling over hoe deze avond zou eindigen. Die behelsde iemand met blond haar, prachtige blauwe ogen en een goddelijk lijf! En ik was vastbesloten mijn fantasie tot uitvoering te brengen.
Coördinatie
Totdat… Ik wakker werd. Versuft en gedesoriënteerd kijk ik om me heen. Ik zit op een toilet. Een toilet die ik niet herken. Met mijn broek nog op de knieën kijkt ik vertwijfeld om me heen. Waar ben ik in godsnaam? Maar dan herinner ik het me weer: de kerstborrel. Mijn missie! Me afvragend hoeveel tijd ik verspeeld heb op de WC, sta ik snel op om mijn broek op te hijsen. Dat had ik beter niet kunnen doen: mijn benen weigeren me te dragen en ik verlies mijn evenwicht. De deur – waar tegenaan ik mijzelf wanhopig staande probeer te houden (en waarvan ik dacht dat die dicht zat) – vliegt open en ik val (nog steeds met mijn broek op de knieën en mijn handen aan de broekrand om hem op te hijsen) face first, met een doffe dreun op de toiletvloer! Mijn gezicht raakt vol de keiharde plavuizen en mijn lip splijt open. PIJN! Mijn motorische coördinatie lijkt volledig gestoord want ik wil gewoon opstaan, maar mijn ledematen doen heel wat anders. Een tijdje lig ik hulpeloos op de grond, mijn lijf ongehoorzaam aan de commando’s van mijn brein. Na – zo schat ik – een minuut of tien lukt het me eindelijk om op te staan. Mezelf met één hand aan de wasbak vastklampend, gooi ik met de andere hand een plens steenkoud water in mijn gezicht. Zo! Dat helpt. In de spiegel bekijk ik mezelf en vooral mijn gespleten lip. Niet zo fraai, maar met een beetje extra lippenstift heb ik het ergste zo weggepoetst. Ik besluit dat ik er weer prima mee door kan. (Drank maakt meer kapot dan je lief is, maar zorgt daarentegen wel voor een bedrieglijk hoog gevoel voor zelfvertrouwen!)
Hoe kan iedereen nou weg zijn?
Nog altijd beschonken en een tikkeltje onevenwichtig, acht ik mezelf stabiel genoeg om het feestgedruis weer in te stappen, en waggel vol vertrouwen het toilet uit de gezelligheid weer in. Eh… Gezelligheid? Feestgedruis? Huh? Alles is donker! De hele fabriek is één donker hol en iedereen is weg! Het valt me nu pas op dat het ook verdacht stil is in de fabriek. Ik snap er helemaal niets van. Totaal ontgoocheld zwalk ik op de tast de onverlichte fabriek door. Ondertussen probeer ik te bedenken hoe ik hier in godsnaam verzeilt geraakt ben! En met “hier” bedoel ik eigenlijk de situatie. Hoe kan iedereen nou weg zijn? Hebben ze mij niet gemist dan? Dan sta ik stokstijf stil en bedenk me ineens dat ze mij misschien wel hebben zien zitten op de WC. Lekker charmant: stomdronken met mijn broek nog op mijn knieën. Wat zullen ze gelachen hebben! En erger: misschien heeft HIJ me wel zo gezien. En er ook om gelachen. Shock! Mijn kans bij hem voor altijd verkeken. Maar dat idee wuif ik snel van de hand. Dat zal toch niet? Als ze me gezien hadden, dan hadden ze me daar heus niet laten zitten. Toch lukt het me niet om het idee los te laten. En ook niet de schaamte die zich langzaam maar zeker een weg naar de oppervlakte knaagt. “Hoofd koel Daf, hoofd koel!” Maan ik mezelf tot kalmte. Krijg jezelf eerst maar eens uit deze onmogelijke situatie. Dan zie ik gelukkig een lichtje branden op een kantoortje aan het eind van de fabriekshal. Eindelijk een beetje mazzel. In het kantoor staan telefoons zodat ik iemand kan bellen (mobieltjes moesten toen nog uitgevonden worden) en hoewel ik geen idee had wie ik zou bellen, gaf de aanwezigheid ervan het gevoel dat ik de situatie spoedig weer onder controle zou hebben. Opgelucht trok ik de deur van het kantoor open. “WIEOW WIEOW WIEOW WIEOW!!” Galmde het door de fabriek. Ik liet de deurkruk los om mijn handen over mijn oren te plaatsen. Het allesoverheersende geluid ging door merg en been en het duurde even eer ik besefte wat het was: anti inbraakalarm! In paniek rende ik naar de dichtstbijzijnde nooduitgang.
In de bosjes
Buiten klonk het helse geschetter iets minder doordringend, maar nog altijd hard. Toen ik in de verte de koplampen van een auto zag aankomen, dook ik onverhoopt de bosjes in. Als volleerd struikrover bedekte ik mezelf met takken en dorre, bevroren bladeren. Ik wilde niet gezien worden! De auto van het beveiligingsbedrijf stopte voor de fabriek en de beveiliger stapte al pratend tegen zijn walkie talkie uit de auto en liep de fabriek in. Na een paar minuten (voor mij een eeuwigheid) ging eindelijk dat vreselijke alarm uit. Even later verdween eveneens de beveiliger, maar niet voor hij de buitendeuren goed op slot gedaan had en nog een extra rondje om de fabriek was gelopen voor een laatste, grondige check. Buiten dat ik mijn benen niet meer voelde door de kou, zat ik verlamd van angst in de bosjes waar hij enkele keren vlak langs liep. Als de dood was ik om betrapt te worden. Hoe leg je dat in godsnaam uit? Maar gelukkig werd ik niet gezien en toen de kust veilig was, kroop ik voorzichtig tevoorschijn. Daar stond ik: kilometers van huis, in the middle of fucking nowhere, zonder jas, in de vrieskou, met kapotte kleren van die achterlijke snoekduik die ik zojuist genomen had en geen idee hoe ik thuis moest komen. In één klap ontnuchterd. Wat was ik boos op mezelf. Hoe heb ik het zover kunnen laten komen? Waarom ben ik niet gewoon naar huis gegaan met mijn carpool date? Waar haalde ik überhaupt de arrogantie vandaan om te denken dat de avond zou eindigen in een romantisch avontuur? Tranen van wanhoop en zelfmedelijden rolden over mijn wangen. Omdat ik zo in gedachten verzonken was, hoorde ik de naderende auto niet aankomen.
Nee nee, dit wordt geen horrorverhaal. In de auto zat een doodgewone jongeman die onderweg was naar zijn werk. Werk? Whoaattt? Hoe laat is het dan? Het was bijna vijf uur in de ochtend! (De laatste notie van tijd die ik nog meegekregen had was rond middernacht!) Een gapend gat van vijf uren in mijn herinnering! Wat een rotgevoel. Enfin, terug naar de jongeman. Hij had mij zien lopen en besloot om me een lift aan te bieden. Dankbaar nam ik die aan. Ieder idee van gevaar (ontvoering, verkrachting, verzin maar iets) dwong ik naar de achtergrond. Dit was een kwestie van overleven: zonder deze jongeman zou ik nooit thuiskomen. Gelukkig was hij echt heel aardig en zette mij keurig op dichtstbijzijnde station af. Vanaf daar heb ik een taxi naar huis genomen, wat me zowat een compleet maandsalaris kostte!
De schaamte is altijd blijven knagen
De eerstvolgende werkdag liep ik – in tegenstelling tot de avond van de borrel – schuchter en beschroomd onze dependance in, als een geslagen hond met de staart tussen de poten. Ik verwachtte lachsalvo’s van mijn collega’s, evenals meewarig schuddende hoofden, verwijtende vingers en wellicht een reprimande (zo niet ontslag) van mijn baas. Maar gek genoeg was er niets van dat alles! Niemand heeft er ooit iets over gezegd. Ben ik dan écht de enige die weet dat dit gebeurd is? Dat zou nog eens een opluchting zijn zeg. Toch is de schaamte altijd aan me blijven knagen. Mezelf altijd afvragend of ze het niet tóch geweten hebben? Of er misschien camerabeelden waren waarop mijn helse avontuur in geuren en kleuren te zien is geweest? Waar ze met z’n allen smakelijk om gelachen hebben? Een complot waarin iedereen weet wat je gedaan hebt, maar niemand het recht in je gezicht zegt? Geen idee, maar ik heb er nooit een goed gevoel over gehad.
Wat een afgang! Daarna heb ik nooit, maar dan ook nóóit meer zoveel gedronken als toen en ook heb ik het nooit meer zo ver laten komen dat ik de controle over mezelf kwijt was of een black-out kreeg! Want dat is een heel naar idee en eentje waar je ook nog eens rete-onzeker van wordt! En hij? Hij waar alles om te doen was? Hij zag me nog altijd niet staan, dus dat bleef onveranderd! Kort daarna kreeg ik ander werk en daarna heb ik ‘hem’ nooit meer gezien. Al die ellende en het heeft totáál niets opgeleverd! Ja, een jaarlijks terugkerende zure herinnering, die iedere keer als die boven komt een behoorlijke vlaag van schaamte met zich meebrengt!
PhotoCreds: Rawpixel via Unsplash and Nelen via Shutterstock
Wat een verhaal. Je bent er wel een ervaring rijker geworden door deze “kerstborrel”.
LikeLike
Pfoe, heftig hoor! Lijkt mij vreselijk zo’n gat van zoveel uur waarin je je niets herinnert. Gelukkig goed afgelopen 😉
LikeLike
Heftig was het ook! Maar tevens een goeie leer! Achteraf zie ik de humor er wel van in (heel erg achteraf)! Nooit weer! 😉
LikeLike
Lieve Daphne, wat kan jij jouw ervaring goed verwoorden. jou mams las het voor en het was net een film, die aan ons voorbij ging.Maar voor jou was deze ervaring best heftig. poe.Gelukkig was het een levensles en hebben wij oei en oo en gelachen om die situatie. Ga die verhalen bundelen, wanneer je er klaar voor bent.Een bundel met korte verhalen, die doen het super goed.!!!Liefs t.Greet.XX
LikeLiked by 1 person