Een bijzondere rit

Trappelend, alsof ze weg wilde rennen maar niet van haar plaats kon komen, stond ze gillend aan de vijver rand met dat belachelijk kleine goudvissen netje, waarin ontzaglijke graskarper spartelde.

Zoals de meeste mensen om ons heen wel weten, hebben mijn man en ik een hobby: het houden van Japanse Koikarpers. Voor de niet-kenners onder ons; Japanse Kois zijn schitterend gekleurde vissen, kunnen wel tachtig centimeter lang worden en veertig jaar oud. Maar wat wij thuis écht het leukste vinden aan de Koi: ze kunnen erg handtam worden. Prachtig vind ik het wanneer ik mijn hand in het water laat bungelen en er een grote karper opdoemt die doodleuk aan je vingers sabbelt. Ze eten gewoon uit je hand en sommigen kun je zelfs aaien!

Josti vijver

Al ruim vijftien jaar houden wij Kois en hebben over de jaren heen behoorlijk geïnvesteerd in deze hobby. Kois zijn namelijk niet goedkoop en het houden ervan is geen kwestie van simpel een vijvertje maken en de vissen erin. Het is een vereiste om enige kennis te hebben van biologisch evenwicht en waterhuishouding en een goed filtersysteem is daarom ook onmisbaar. We begonnen met slechts een paar ieniemienie visjes, omdat onze portemonnee niet anders toeliet. Later hebben we ons vijver imperium kunnen uitbreiden met de ‘afdankertjes’ van derden. Zo hadden we een vis die een vin miste (luisterend naar de naam Vinnie), eentje met een hazenlip (Naf-naf) en eentje met een bochel (Quasimodo). Stuk voor stuk prachtige vissen, maar vanwege hun tekortkoming niet gewenst bij de kweker. Voor een prikkie kochten we ze op en bij ons hadden ze een geweldig plekje. Gekscherend noemden wij ons water dan ook “De Josti vijver”.

screenshot_20170421-151802525677497695006797.png

Eens een hobby…

Ik zeg waren, als in verleden tijd dus. Want helaas zijn onze vissen er niet meer. Vorig jaar is onze vijver ‘gecrasht’ zoals men dat ook wel noemt. Een onbalans in het biologisch evenwicht dat helaas even aan onze aandacht is ontsnapt. Binnen twee weken tijd zat er geen enkele levende vis meer in de vijver en de inspanningen die we op het laatst nog deden om te redden wat er te redden viel, mochten helaas niet baten. Verslagen bleven we achter. De leegte in de vijver prominent aanwezig in de achtertuin.

Even hebben we eraan gedacht om hem helemaal dicht te gooien. Mooi wat ruimte extra in de tuin! Maar ja, eens een hobby, altijd een hobby zeg ik wel eens. Want binnen afzienbare tijd begon het voor ons weer te kriebelen. Dichtgooien konden we niet over ons hart verkrijgen en een vijver zonder vissen is zó enorm saai! Dus gingen we op zoek naar nieuwe Kois. Echter, we wilden er niet teveel meer in investeren, de shock van de crash nog niet vergeten.

We besloten daarom op Marktplaats te kijken. Regelmatig stoppen mensen met hun hobby, voor welke reden dan ook, en als je geluk hebt, kun je wellicht een hele vijver overnemen voor een schappelijk prijsje. Ik vond een adres in Schoorl, die een aantal leuke kois te koop aanbood. Alles in één koop, omdat de vijver weg ging. Ik legde contact en al snel kwam ik erachter dat de aanbieder weinig verstand had van Kois, laat staan de waarde ervan. Ik deed daarom een bod waarvan ik eerlijk gezegd niet verwacht had dat hij akkoord mee zou gaan, maar tot mijn stomme verbazing deed hij dat wél! “Schat, ik heb een stuk of wat Kois gekocht, maar dan moeten we ze wel even uit Schoorl halen!”

Jaws

Omdat onze oudste de komende drie zondagen een surfclinic had op het strand van Schoorl, maakten we een afspraak om even te komen kijken. Eerlijk gezegd was dat ook de reden waarom ik het wel zag zitten om deze deal te sluiten: we zijn immers toch al in de buurt. Misschien kunnen we een grotere auto lenen en de vissen op de terugweg meenemen.

Dus op een zekere zondag togen we na Nouri’s surfclinic naar het opgegeven adres. En jemig, wat voor een adres: een heuse villa met oprijlaan met daarachter een immense tuin en een pracht van een natuurvijver van ongeveer vijf bij vijf meter. En alsof dat op zich al niet indruk genoeg maakte, stonden we pas echt aan de grond genageld bij het zien van de vissen. Wat een joekels! Ze waren fors groter dan we tot nu toe hadden aangenomen. En dat niet alleen, behalve Koikarpers zaten er ook twee reusachtige albino graskarpers in. Ze waren zo ontzagwekkend, dat de naam “Jaws” meerdere keren viel.

Maar waarom doen deze mensen zulke prachtbeesten in hemelsnaam weg? En ook nog voor een totaalprijs die nog niet de helft is van de waarde van één vis? Dat antwoord bleek redelijk simpel: deze mensen hebben totáál geen affiniteit met vijvers, Kois of andere vissen. De vijver zat al bij het huis dat zij een half jaar geleden kochten en nu wilden ze er vanaf. Nou, wij nemen het maar wat graag over!

Zwaar onder de indruk reden we terug naar huis. We raakten er als gezin niet over uitgesproken. De kids waren lyrisch, manlief had zijn reserves voor wat betreft het vervoer, maar ik? Ik was verliefd! Voor het eerst sinds onze vijver crash kon ik het verlies van onze vissen aan de kant zetten en mijn energie richten op een nieuwe missie: de familie Jaws in onze vijver krijgen!

Busje komt zo

Dat het geen gemakkelijke opgave zou worden, dat was me wel duidelijk. Maar ik ben een eeuwige optimist. Ik zie zeeën van mogelijkheden waar een ander alleen maar moeilijkheden ziet. Maar goed, die vissen konden niet in een gewone auto vervoerd worden, dat was evident. Gelukkig bood een vriendin na een oproepje op Facebook haar services aan. Ze wilde haar VW Transporter niet uitlenen, maar ze was meer dan bereid om met me mee te gaan. Voor de prijs van een paar liter diesel en een heerlijke ijsco. Kijk, dat zijn vrienden!

En zo kwam het dat Gea en ik ons op een zekere dinsdagmiddag richting het zonovergoten Schoorl begaven. Met de verkopers hadden we afgesproken dat zij hun vijver zo veel mogelijk zouden laten leeglopen, aangezien het vangen van karpers een pittige klus is die het best in ondiep water lukt. Want hoe tam ze ook zijn, zodra ze een schepnet ruiken, kun je het schudden met de vriendelijkheid de (koi)karper. Dan worden het sluwe monsters die heel goed demonstreren waarom zij al miljoenen jaren overleefd hebben in onze wateren.

Om vier uur ‘s middags komen we bij de villa aan. Maar wat schetst onze verbazing wanneer we ons richting de vijver begeven? Die is nog helemaal vol! De eigenaar had naar eigen zeggen zijn best wel gedaan om hem leeg te pompen, maar het gazon liep over en toen is hij maar gestopt. Zo kon het toch ook wel? Tja, daar sta je dan…

Tegen beter weten in, begon ik samen met de verkoper aan een vang-klus. Twee uren later was het resultaat: zweet op ‘t voorhoofd, een afgebroken schepnet, ik die in de spagaat in de vijver belandde, maar geen enkele vis! Dit werkt niet; die vijver moet leeg! We hadden ze al gewaarschuwd dat het zo niet ging lukken, maar ja… Sommige mensen nemen moeilijk iets van een ander aan.

Inmiddels zag de man dat ook wel in, maar blijkbaar was het de vrouw des huizes die daar weerstand tegen bood (en duidelijk de broek aan had in huis). Wat volgde was een onzinnige discussie tussen hem en haar. Een langdurige discussie ook. Ondertussen was het half zeven ‘s avonds en we waren geen steek verder. De man opperde nog dat we een paar dagen later terug konden komen zodat zij dan tijd hadden voor een oplossing om de vijver leeg te pompen, maar daar was ik het niet mee eens. Ik ben hier nu, we hadden afspraken gemaakt, dit had je van te voren moeten bedenken en je zorgt maar dat die vissen eruit komen want ik verlaat het terrein niet eerder dan ik de vissen allemaal heb! De sfeer was verre van gemoedelijk, maar uiteindelijk werd een oplossing gevonden en de vijver toch leeggepompt. Over hun zo dierbare gazon. Dat dat mevrouw niet naar het zin was, stak ze niet onder stoelen of banken, maar goed, háár probleem, niet het mijne!

Echter, zo’n achtduizend liter water heb je niet in een paar minuten weg gepompt en daar moesten we op wachten. Dat zou zeker nog een uurtje of twee duren. Maar denk maar niet dat we ook maar iets aangeboden kregen van meneer en mevrouw. Een kast van een huis, dat hoogstwaarschijnlijk wel een miljoen waard is, maar een kop koffie, glas water of zelfs een handdoekje nadat ik in het heetst van de strijd in de vijver was geflikkerd, kon er niet af.
Gea en ik zijn uit ellende Schoorl maar ingedoken en hebben zelf wat te eten gehaald. Belachelijk eigenlijk, het eten zou voor hun rekening moet moeten zijn. Want hadden die mensen nou gewoon de vijver laten leeglopen zoals we gevraagd hadden, waren we nu al lang op de terugweg geweest.

Op jacht

Afijn, toen we ruim twee uren later weer terug kwamen was de vijver een mooi stuk leger en konden we beginnen aan het vang avontuur. Achter in de bus stonden vier grote speciekuipen die ik vulde met vers water en een anti stress middel voor de vissen. Vanaf dat moment ging eindelijk lekker: binnen tien minuten hadden we drie vissen in de kuipen zitten. Onze strategie was simpel: de man jaagt de vissen een hoek in met een groot vijver-net, Gea staat met het kleine schepnetje (eigenlijk bedoeld voor kleine vijvervissen) klaar om de beesten eveneens mijn kant op te jagen en ik probeer ze dan te vangen met het afgebroken schepnet. Sounds like a plan, toch?

De man en ik waren net in de achtervolging van één van de Kois toen Gea – die geen vissen gewend is en al zeker niet zulke grote – opeens begon te gillen: “Ik heb er ééééén! Heeeelppp! Ik heb er ééeééén!” De paniek klonk duidelijk door in haar stem, die daarvan zowaar oversloeg. Trappelend, alsof ze weg wilde rennen maar tegelijk niet van haar plaats kon komen, stond ze gillend aan de vijver rand met dat belachelijk kleine goudvissen netje, waarin ontzaglijke graskarper spartelde. Dat dat beest überhaupt in dat netje paste, was al een puzzel op zich, maar hoe zij het voor elkaar kreeg om hem daarin te vangen, is een nog groter raadsel! Maar ze had hem!

De man was niet bepaald blij met haar gegil, om van de dodelijke blik van de vrouw maar te zwijgen, maar zelf lag ik helemaal dubbel van het lachen. Oh men, dit hadden we moeten filmen, dan waren we een YouTube hit geweest!

Ik snelde naar haar toe, gooide mijn grote schepnet over die van haar, zodat de vis er niet uit kon springen en samen liepen we snel naar de bus om de hem daar in een van de tonnen met water te deponeren. Dat klinkt makkelijker dan het is hoor, want het beest was loodzwaar en krijg zo’n spartelende vis maar weer eens uit het vangnet. Want behalve dat die dus loei-zwaar is, slaat hij met de staart en is hij ook nog eens verrassend sterk. Ik had er houden en keren aan, kreeg meerdere keren een klap in mijn gezicht met de staart (om maar te zwijgen van de bijbehorende plenzen water) maar uiteindelijk lukte het. Fakking Jaws zat in de ton!

Slapstick

Iets te vroeg gejuicht. Want Jaws himself was kennelijk niet blij met zijn nieuwe plek en besloot er ineens vandoor te gaan! Een dikke plons en een doffe dreun gevolgd door rauwe kreet van Gea. Een woest spartelende graskarper, die uit de ton was gesprongen, viel op de laadvloer van de bus om daarna al spartelend op de ruige tegels van de oprit te belanden. In een reflex om het beest weer zo snel mogelijk terug in het water te willen zetten, tilde ik hem in mijn armen, maar hij was erg wild, zwaar, sterk, maar vooral ook buitengewoon glad, waardoor hij me bovenlangs, tussen mijn armen en mijn kin door glipte. Zie je het voor je? Het was iets dat uit een slapstick had kunnen komen. Je weet wel, zo’n scene met een glibberig stukje zeep dat maar uit iemands handen blijft glippen? Dan in dit geval met een graskarper van bijna een meter! En al die tijd stond Gea erbij te gillen alsof er een alien invasie bezig was. Uiteindelijk griste ik het schepnet uit de man zijn handen (die er ook maar wat bij stond te kijken), schepte de karper van de grond en zette hem terug in de ton. Holy fak! Wat een toestand! Ik zei het zonet al, maar ik zeg het weer: we hadden het moeten filmen, dan waren we zeker weten viraal gegaan!

Inmiddels zag ik eruit alsof ik uit het moeras gelopen kwam (en nee, er werd nog steeds geen handdoek aangeboden) en het klamme zweet stond me in de bilnaad. En de vis? Voor nu leek hij ongedeerd, maar jeumig, wat een monsterachtig beest! Het is dat hij geen scherpe tanden heeft, maar Jaws is best een toepasselijke naam voor hem. Of wacht! Ik weet een betere: Willy! Je weet wel, van Free Willy, de orka die ook naar zijn vrijheid sprong? Aaaaand a name is born!

Naar huis

Het is bijna elf uur ‘s avonds eer we alle vissen in de tonnen hebben. Wat. Een. Klus.
De angst dat ze er onderweg uit zouden springen was bij mij behoorlijk aanwezig na het gevalletje Willy. Ik had wel een net meegenomen, maar die bleek niet groot genoeg om alle tonnen tegelijk mee te bedekken. De man (die eigenlijk nog de leukste van het stel was en zich toch enigszins schuldig voelde dat we er zoveel werk van hadden) bood aan dat ik hun net mee mocht nemen. Dat was een hele grote, die ‘s winters over de vijver zat. Ik was eerlijk gezegd een beetje flabbergasted: zomaar een goed bedoelde geste? Kan het eraf? Echter, al snel bleek van niet, want een paar tellen later werd de man door zijn partner iets toegesist, waarna hij schoorvoetend kwam vragen of we het net dan wel terug wilde brengen wanneer we zondag weer in de buurt waren voor de surfclinic van Nouri. (Tsss, wat denk je zelf?)

Afijn, dan de reis naar huis. Het voordeel van al deze vertraging was dat het inmiddels laat was en daarom niet druk op de weg. Dat was maar goed ook, want het rijden met vloeistof is een kunst op zich. Zeker wanneer je de vloeistof in open tonnen vervoert. Gelukkig hou ik wel van een uitdaging en daarbij kan ik teren op mijn vroegere ervaring als vrachtwagenchauffeur. Omdat het zo lekker rustig was, zaten we niemand in de weg wanneer ik letterlijk stapvoets de rotondes over ging, of honderden meters voor het stoplicht al voorzichtig begon af te remmen. De reis ging dan ook voorspoedig.

En zo kwamen we heelhuids aan in ons mooie Friese dorpje nabij Leeuwarden. Het liep al tegen één uur in de nacht en nu moesten de vissen nog overgeheveld worden vanuit de bus, in onze vijver. Helaas had één vis de reis niet overleefd. Nee, niet Willy, die was nog gelukkig allive and swimming. Maar één van andere vissen had het begeven. Erg jammer, maar gelukkig bleef het bij die ene. De rest hebben we in een mum van tijd overgezet in onze vijver en toen zat ons lange avontuur er eindelijk op!

Blij

Wat. Een. Dag! Je moet wat overhebben voor je hobby zeg. Maar goed, nu alles eenmaal zwemt, kunnen we weer genieten van een levendige vijver. Zulke grote vissen hebben we er nog nooit in gehad, maar we genieten er volop van! Met Willy gaat het heel erg goed. Hij heeft wel wat plekken overgehouden aan zijn avontuur, maar dat lijkt hem totaal niet te deren. Bovendien zijn ze helende, dus hij komt er wel. De vissen beginnen al aan ons en onze geluiden te wennen en een paar eten inmiddels uit onze handen. En uiteraard hebben ze allemaal een naam. Naast albino graskarper Willy hebben we nog albino graskarper Jaws. En de Kois zijn omgedoopt tot: Terri (poisson terrible) Goldie, Jumbo, Flipper, Heracles, en Fifty cent. Die laatste omdat de vis een ‘centenbakkie’ (een onderlip die uitsteekt) heeft haha. De Josti vijver herleeft!

Het was weer een hele belevenis, maar het was het meer dan waard! Ik zou het zo weer doen. Ik weet niet of ik van mijn vriendin Gea hetzelfde kan zeggen haha!

20190718_204300_0000.png
De hele bunch
screenshot_20190718_205056.jpg
Jaws
Advertisement

One thought on “Een bijzondere rit

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s