Ik sliep nauwelijks meer, liep hele dagen te huilen, voelde me onbegrepen, machteloos en vooral een waardeloze moeder.
In mijn vorige blog vertelde ik over de moeilijke start van Noëlle en wat dat met mij deed. In deze blog kijk ik nog één keer achterom met jullie, daarna gaan we alleen nog maar vooruit! Lees je weer mee?
Slechte moeder
Wat voelde ik mij een enorme slechte moeder. Waarom lukte het mij niet om de dingen op de rails te krijgen? Waarom ging het bij andere kinderen allemaal wél goed en bij Noëlle niet? Wat deed ik fout? De bemoeienis van anderen hielp daarbij ook niet. Commentaar als: “Waarom doe je niet dit of dat? Je moet gewoon zus of zo. Ik doe altijd…” Daar werd ik alleen maar wanhopig van! Leuk die ongevraagde adviezen, maar daar zat ik niet op te wachten. Ook iemand die heel dicht bij mij stond, keurde mijn opvoedkeuzes steevast af. Op haar manier wist ze het allemaal beter en spuwde te pas en te onpas haar ongezouten mening. Haar afkeur was zelfs vóelbaar wanneer ik het anders deed dan zij. Ik heb over de jaren heen altijd veel waarde gehecht aan haar oordeel en werd daarom erg onzeker van haar constante afkeur en kritiek. Maar ook verdrietig en boos! Ik had steun nodig, geen terechtwijzing! En toen ik eindelijk van me afbeet, ontstond er zo’n enorme ruzie dat het contact werd verbroken. Kapot was ik er daarvan. Bovenop het verdriet en de zorgen over Noëlle, moest ik daar dus ook nog eens mee dealen. Maar ik had er geen energie meer voor. Ik was de wanhoop nabij. Ik sliep nauwelijks meer, liep hele dagen te huilen, voelde me onbegrepen, machteloos en vooral een waardeloze moeder.
Hulp
Gelukkig kwam er hulp. Samen met de diagnose Cerebrale Parese, kwam er ook een verwijzing voor een gerenommeerd revalidatiecentrum een half uur rijden bij ons vandaan. Iedere week spendeerden Noëlle en ik daar een halve dag. Noëlle kreeg fysiotherapie, ergotherapie en kon wekelijks haar ei kwijt bij een kinderpsycholoog. Oh wat floreerde ze daar! Zodra ze de deur binnenliep, zag je de onderhuidse spanning, die eigenlijk altijd aanwezig was, uit haar lichaam zakken. Hier kon ze zichzelf zijn. Hier liep ze niet op haar tenen. En hier voelde ze zich begrepen.
Maar ook ik kreeg de hulp die ik zo verschrikkelijk hard nodig was. Iedere week sprak ik met een maatschappelijk werkster. Zij had maar een half woord nodig om te begrijpen waar ik mee worstelde. Ze had ervaring. Ze dacht met me mee. Gaf adviezen waar ik écht wat mee kon. En luisterde naar al mijn problemen en verdriet. Voor het eerst in lange tijd voelde ik me gehoord. En kreeg ik erkenning. Ze vond het bewonderenswaardig hoe ik het allemaal zo lang gerooid had zonder hulp. Dankzij haar kreeg ik steeds meer het gevoel dat ik níet gefaald had. Ik deed het wél goed. En opvoeden met mijn hart was het beste dat ik voor Noëlle had kunnen doen! Ze complimenteerde me over het feit dat ik juist heel goed gekeken had naar wat mijn kind nodig had, in plaats van te luisteren naar wat anderen vinden of de dingen volgens het boekje te doen. “Je hebt nou eenmaal ook geen kind volgens het boekje.” Zei ze dan altijd.
Man! Wat groeide ik daarvan. Zodoende leerde ik steeds beter op mijn eigen intuïtie vertrouwen. De labiele, schuchtere verschijning wat voor een moeder moest doorgaan, maakte plaats voor een sterke, zelfverzekerde ouder die korte metten maakte met alles en iedereen die niet achter me stond. Begrijp me niet verkeerd: adviezen zijn altijd welkom en zal ik zeker ter harte nemen. Maar commentaar en betweterij hoef ik niet meer en ban die nu dan ook stelselmatig uit mijn leven. Kun je je niet vinden in onze manier van aanpakken? Jammer dan! Beetje hard misschien, maar dat is het leven ook, zo heb ik geleerd.
Andere school
Met Noëlle ging het ook steeds beter. Het mooie van het revalidatiecentrum waar we onder behandeling waren, is dat er ook een school bij zit. Een zogeheten Mytyl en Tyltyl school. Daar kon Noëlle het eerstvolgende schooljaar terecht. Ideaal aan deze school was dat ze tijdens schooltijd met haar therapieën door kon gaan. Daarbij werd er extra hulp ingezet in de klas, speciaal voor Noëlle en op haar problematiek afgestemd. Ze hielpen haar structureren, hulpmiddelen gebruiken en overzicht bewaren. Stukje bij beetje zagen we haar groeien. Steeds lekkerder in haar vel. Schoolprestaties schoten omhoog en ook het contact met leerkrachten was prettig. Voor het eerst voelden we ons ook op school begrepen en gehoord.
Bevestiging
Nu, drie jaar later, gaat Noëlle als Nouri door het leven. En ook daar is ruimte voor op deze school. De kinderen (en leerkrachten) accepteren hem zoals hij is, hij is enorm populair en pesten komt hier überhaupt niet voor dankzij een zeer effectief anti-pest beleid.
Voor ons zijn al deze vooruitgangen een bevestiging dat we destijds de juiste keuzes gemaakt hebben. Die keuze was heus niet makkelijk, want een kind uit zijn of haar vertrouwde (school)omgeving trekken doe je niet zomaar. De veranderingen waren enorm: van lopend naar school, twee straten verderop en tussen de middag thuis eten, naar acht uur ’s ochtends in de taxi om er pas om half vijf ’s middags weer in te rollen. Deze lange dagen die Nouri maakt, zijn niet altijd fijn en leveren regelmatig moppers op van zijn kant. Dat snap ik. Want ook ik had er in het begin erg moeite mee en telde de minuten af tot hij weer thuis zou zijn. Iets met ‘loslaten’.
Maar het went. En uiteindelijk is alles het allemaal waard geweest, want wat hebben we nu een heerlijk, relaxt, tevreden en gelukkig kind! Op enige moppers na dan. Want het blijft een autistje. En inmiddels ook een puber. Need I say more?
One thought on “Nog één keer terugkijken”