Velen leefden vorige week met ons mee via de stories op Insta. Lynn kwam in het ziekenhuis terecht en maakte nogal een reis. Over hoe ik deze reis samen met haar beleefde, deel 1.
Spoedeisende Hulp
Lynn is eigenlijk nooit echt ziek. Heus wel eens een klein griepje of fikse verkoudheid, maar ernstiger dan dat wordt het niet. En als ze ziek is, duurt dat meestal twee dagen, hooguit drie en dan is ze weer de oude.
Het beeld wat ze de afgelopen dagen liet zien, was daarom ook wel zorgwekkend. Eerst klaagde ze over keelpijn en wilde niet naar school. Lynn gaat heel erg graag naar school, dus wanneer ze zelf al aangeeft dat ze niet wil, dan weet ik dat ze zich al zieker voelt dan ik aan de buitenkant kan zien. Ik dacht eerst dat ze gewoon griep had en een forse keelontsteking. Ze was koortsig en had last van haar keel. Ze werd steeds meer teruggetrokken en praatte ook nauwelijks meer. Daarna wilde ze ook niet meer eten. Alles was teveel.
Meteen schoot me door mijn hoofd dat het haar amandelen wel eens konden zijn. Ik ben daar als kind namelijk ook erg ziek van geweest en herinner me dat nog goed. Ik belde de huisarts, maar die achtte de kans klein. Lynn had geen historie wat amandelen betreft en meestal kwakkelen ze dan al wat vaker.
Toch zat het me niet lekker. Lynn werd steeds stiller en het lukt haar niet om te praten of te eten. Het enige dat ze binnenkreeg was water en af en toe een waterijsje als ze zin had. Het weekend zat er echter tussen, dus ik dacht: we kijken het nog even aan. Maar toen ze na het weekend niet verbeterde qua toestand, trok ik weer aan de bel. Ze zat nu al op zes dagen niet eten en praten. Eenmaal bij de huisarts schrok die best wel van de fors ontstoken amandelen. Lynn haar ontstekingswaarden werden meteen gecheckt en die bleken behoorlijk hoog. De huisarts vertrouwde het niet en stuurde ons door naar de Spoedeisende Hulp.
Daar volgden een aantal onderzoeken waaronder een laryngoscopie. Met een flexibele camera-slangetje gaan ze dan via de neus erin om in je keel te kijken. Dat was een behoorlijk nare ervaring voor Lynn, maar het moest even. Ze waren bang dat er onder de amandelen een ontsteking zat die ze niet konden zien. Echter, vonden ze niets…
We werden weer naar huis gestuurd, maar wel met antibiotica.

Dood vogeltje
De vrijdag na het bezoek op de Spoed, leek Lynn weer wat op te knappen. We maakten een klein wandelingetje richting school om even haar gezicht laten zien en later in de middag kwamen haar twee besties langs om een kadootje van de klas te brengen. Lynn genoot zichtbaar van haar twee vriendinnen op bezoek. Ik heb ze daarom zo’n anderhalf uur laten spelen, want ze hadden zo enorm veel plezier en ik vond het geweldig om Lynn weer zo levendig te zien.
Ondertussen belde de KNO arts met de uitslagen van de onderzoeken. Ze konden niets vinden. Wel bleven haar ontstekingswaarden hoog. We moesten de antibiotica kuur maar afmaken en hopelijk zou dat verbetering brengen.
Tja, de antibiotica… Dat was wel een dingetje want Lynn’s lijfje hield het niet binnen. De eerste keer nam ze het drankje kokhalzend in maar bleef het binnen. De tweed docis kwam er helaas weer uit en niet op een zachtzinnige manier. Lynn’s maagje stond op zijn kop en toen ik achter haar ging staan om haar te ondersteunen, voelde ik letterlijk haar maag klotsen in haar lijf. Ze verkrampte volledig en omdat haar keel zo zeer deed waardoor ze haar mond amper kon openen, kwam het ook via de neus weer naar buiten. Arm meiske. Het lichaam was al zo ziek, haar keel deed al zo’n pijn en dan ook nog dit.
Ik vertelde het verhaal aan de KNO arts en legde uit dat we de antibiotica dus niet konden voortzetten. Normaliter moet de kuur wel afgemaakt worden, maar omdat het leek dat Lynn weer aan het opknappen was, dacht de arts niet dat het problemen zou opleveren om de behandeling voortijdig te stoppen.
De dag leek zo goed te gaan, echter ‘s avonds stortte Lynn volledig in en de volgende dag kwam ze helemaal niet een meer uit bed. Helaas werd ik zelf ook ziek. Een behoorlijke griep gjizelde mijn lichaam en geest. Koortsstuipen, ijlen, onophoudelijk rillen en bibberen. Het hoort er allemaal bij. De wereld ontging mij even. En Lynn lag al die tijd naast me als een klein dood vogeltje. Samen ziek. Het had wel iets knussigs, maar tegelijkertijd ook iets verontrustends.
Woensdagochtend leek bij mij de koorts geweken. Ik was nog behoorlijk slap op de benen, maar ik voelde zó enorm de drive om de KNO arts opnieuw te bellen. Lynn leek namelijk alleen maar zieker te worden. Op dit moment zat ze al op veertien dagen niet eten of praten. Ze keerde meer en meer in zichzelf en ze viel steeds vaker in slaap. Niet het beeld dat we gewend zijn van onze stuiterbal!

Een onaangename verrassing
Die middag togen we richting het ziekenhuis. Ik nog een beetje wappie van de griep, Lynn nog altijd een dood vogeltje. Een enorme pleidooi hoefde ik niet te houden: de KNO arts vond ook dat het lang genoeg geduurd had nu. De amandelen moesten er maar uit want die waren toch wel fors ontstoken. Normaliter wachten ze liever tot ze wat ‘rugstiger’ zijn, want de kans op complicaties is dan kleiner, maar we waren het ‘wacht maar even af’ stadium al voorbij vonden we. “Ik ga meteen bellen.” zei ze en zo kwam het dat we niet meer terug naar huis gingen, maar Lynn met spoed werd opgenomen.
Wachten duurt altijd lang. En het nadeel van zo’n spoedopname in vergelijking met een geplande opname, is dus dat je moet wachten tot er een plekje vrij is op de O.K. (Operatie Kamer). Er is natuurlijk wel een globale planning, maar soms komen er andere spoedgevallen binnen die prioriteit hebben over het weghalen van de amandelen en dan duurt het nog weer langer.
Zo ook nu. Rond twee uur ‘s middags was ik in het ziekenhuis met Lynn en om acht uur ‘s avonds waren we nog steeds aan het wachten op een plekje. Het zij zo. Ik was allang blij dat er werd ingegrepen, want mijn moedergevoel vertelde me dat het lang niet pluis was. En mijn gevoel zat er niet naast!
Rond half negen in de avond was er eindelijk een plekje. En eenmaal op de operatietafel kwamen ze toch iets meer tegen dan een paar forse amandelen. Lynn had namelijk ook nog twee immense abcessen ONDER haar amandelen zitten. De arts vertelde dat daar een abnormale hoeveelheid pus uitkwam en dat de amandelen zelfs zó aangetast waren, dat hij ze niet eens hoefde ‘los te snijden’ maar dat hij ze gewoon zo met de hand los kon trekken. We hadden geluk gehad, want als één of beide abcessen waren gebarsten, had dat wel eens een fataal einde kunnen hebben gehad voor Lynn.
Lynn kwam pas rond half twaalf ‘s avonds weer op de afdeling. Het was een lange dag. Een meisje dat boos en gefrustreerd uit de narcose kwam en door haar wilde bewegingen haar infuus eruit sloeg waardoor die ook nog eens opnieuw geprikt moest worden terwijl ze niet meer onder narcose was. Echt zó niet leuk om te zien. En het enige wat je wilt doen is ze dicht tegen je aanhouden en zeggen dat het goed komt. Maar ook dat liet ze niet toe. Niemand mocht meer aan haar komen en ook de arts die bezig was het infuus aan te leggen, kreeg een flinke trap. Boos was Lynn. Erg boos.
Ik had het best even moeilijk: ik mocht niets van Lynn: ik mocht haar niet knuffelen, niet troosten, niet zachtjes haar wangetje aaien of haar bolletje strelen, liefst ook niet tegen haar praten. Ik voelde me net een kind in de speelgoedwinkel: handjes op de rug en alleen maar kijken. Gelukkig viel ze vrij snel weer terug in slaap en ik hoopte dat ze de volgende ochtend wat minder boos wakker zou worden…

“Lief ziekenhuis, dankjewel dat ik hier mag losjeren.” Schreef ze nog voor haar operatie. Hoewel ze dat niet onder woorden kon brengen, denk ik dat ze zelf ook wel aanvoelde dat ze goed ziek was en ze was dankbaar dat er iets aan gedaan werd.
Van ‘bovenaf’
Tja… En dan ineens is alle commotie voorbij en dan lig je daar, op een stretcher, naast je kind, in een kaal ziekenhuis, nog in je kleding van alledag. Teveel indrukken vers in je geheugen. En dat is het moment dat het besef indaalt. Hoe we (net als destijds met de oudste) werkelijk door het oog van de naald gingen. Hoe anders had dit kunnen aflopen als ik niet op tijd aan de bel had getrokken? Of als er ook maar iets had tegen gezeten?
Ik heb bijna de gehele nacht rechtop op mijn stretcher gezeten. In een poging mijn brein tot rust te brengen, luisterde ik verscheidene meditaties – daar val ik normaliter heel heerlijk van in slaap – daarna nog een half luisterboek, een stuk of wat sleeping sounds maar ik kon de slaap niet vatten. Ik was klaar wakker. En dus heb ik gewoon gezeten. Ik met mijn vijf miljoen gedachten. Gewoon ‘zijn’. Ik was ook totaal niet boos of verdrietig. Ik was louter dankbaar. Dankbaar dat alles gelopen was zoals het liep.
Mijn inziens zijn er twee manieren om hier in te staan: focus op alles wat fout ging OF focus op alles wat goed ging.
Je kunt denken: “Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Waarom is er niet eerder ingegrepen? Hoe kan het dat ze dit compleet over het hoofd gezien hebben? En waarom moest het zo lang duren voordat ze geopereerd werd? Wat was er gebeurt als we niet geholpen waren?” En meer van dit soort niet helpende gedachten.
Echter, ik kon alleen maar nadenken over hoe alle gebeurtenissen zich hebben ontvouwen. Hoeveel dingen hebben moeten synchroniseren op het juiste moment om dit verhaal tot een happy end te brengen? Hoeveel dingen zaten er allemaal mee? Denk er maar eens over na wat er allemaal voor nodig was:
- Ten eerste: mijn eigen ingeving. Die woensdagochtend heb ik meerder keren het stemmetje in mijn hoofd gehoord dat ik moest gaan bellen. Om dat stemmetje vervolgens weer tegen te spreken en te denken: “Nee ik wacht nog wel even een of twee dagen, tot ik zelf weer op krachten ben. Ik ben zelf immers amper in staat te functioneren nu. Weet niet eens of ik wel kan autorijden?” Maar toch bleef die ingeving knagen en leidde er uiteindelijk toe dat ik om tien uur uit bed gestapt ben om daadwerkelijk dat telefoontje te plegen.
- Ten tweede: een plekje op de poli. “Toevallig is er net een plekje vrij gekomen, vanmiddag om half drie.” aldus de assistente van de KNO poli. “Toevallig…”
- Ten derde: de juiste KNO arts. De arts die wij troffen heeft haar uiterste best gedaan om voor ons het pleidooi te houden bij de chirurg dat de amandelen er toch maar zo snel mogelijk uit moesten. Voor hetzelfde hadden we een arts getroffen die om welke reden dan ook de noodzaak niet had ingezien en dan waren we terug naar huis gegaan. Misschien wel met de planning voor een opname, maar dan was het abces waarschijnlijk gebarsten bij ons thuis, met alle nare gevolgen van dien.
- Ten vierde: een plekje vrij in de planning van de OK. Als de OK was volgeboekt, waren we ook naar huis gegaan.
- Ten vijfde: de chirurg. Degene bij wie onze arts haar pleidooi hield was bereid om ‘overtime’ te draaien om onze dochter te helpen. We hadden ook een chirurg kunnen treffen die voor welke reden ook niet die bereidwilligheid had gehad. En dan kun je denken: wat voor chirurg wil mensen niet helpen? Maar chirurgen zijn toch ook mensen? Je weet niet wat er in een ander zijn leven omgaat waardoor ze de ene of de andere beslissing nemen…
- Ten vijfde: de juiste anesthesist beschikbaar. Kinder anesthesie is een specialisme en daar moet wel de juiste anesthesist beschikbaar voor zijn op dat moment. Gelukkig was die er. “Gelukkig…”
- Ten zesde: een bed vrij op de kinderafdeling. Was er geen bed vrij geweest, dan waren wij niet spoed genoeg om een bed vrij voor te maken en waren we ook naar huis gegaan.
We zaten er zelf bij toen de KNO arts deze telefoontjes pleegde. Binnen tien minuten had ze het rond en zei opgetogen: “Nou, zo makkelijk gaat het zelden! Laat die nog even echoën: “Zo makkelijk gaat het zelden.”
Al deze dingen moesten aligned zijn zoals ze dat zo mooi in het Engels noemen om dit te kunnen laten gebeuren. Alles heeft precies op het juiste moment moeten samen komen om ervoor te zorgen dat het liep zoals het liep. Een engeltje op je schouder zeggen ze ook wel eens en ik geloof er absoluut in dat ‘van bovenaf’ alles in het werk gesteld is om Lynn een happy end te geven.
Trust me, zo magisch als onderstaande foto, zo zit de wereld ook in elkaar. Als je ervoor kiest om te geloven in wonderen, dan krijg je ze! En dat gevoel laat me nog steeds niet los. Wie of wat er dan ook ‘hierboven’ aan de ‘bestuurstafel’ zit, dankjewel dat we nog langer mogen genieten van ons meisje. Serieus, dankjewel! MAAR ÉCHT, DANKJEWEL!

Wat een toestand. Wat zullen jullie in angst gezeten hebben.
Maar goed dat jij doorgegaan bent met bellen etc naar het ziekenhuis en je niet het kaas van het brood hebt laten eten. Menigeen zou het er bij laten zitten en je moet er toch niet aan denken wat er dan was gebeurd.
Moeders hebben meestal wel gelijk wanneer er iets met hun kind aan de hand is.
Gelukkig kunnen jullie weer genieten van jullie dochter.
Nu zal ze wel weer opknappen.
Groetjes,
Sjoerdtje.
LikeLike