In de couveuse voor mij, ligt een bijna dode baby.
Het is net een vage maar afschuwelijke droom. Om me heen is allerlei beroering: verpleegsters hollen koortsachtig heen en weer, twee artsen discussiëren op fluistertoon met elkaar terwijl ze bezorgde blikken in de couveuse werpen, verontrustende piepjes en alarmbellen afkomstig van de drie monitoren achter mij klingelen en tingelen bijna onafgebroken. Maar ik hoor en zie het allemaal maar nauwelijks. Ik beleef alles in een waas, mijn wereld is gehuld in een soort grauwe sluier van verdriet en ongeloof en het is net of ik in een duistere nachtmerrie terechtgekomen ben. Apathisch zit ik op een ongemakkelijke kruk naast de couveuse waar alle beroering om te doen is. Ik heb pijn! Spierpijn van de heftige weeën, snijdende pijn in mijn uitgescheurde onderkant en een verlammende pijn in mijn hoofd en hart. Ik kan het allemaal maar nauwelijks bevatten, dit kan toch niet waar zijn?
Lees Meer