Ik ben best een flapuit. En een optimist. En ook nog eens griezelig vrolijk. Op zich zijn dat hele goede eigenschappen natuurlijk, maar de combinatie daarvan kan soms voor lullige situaties zorgen.
Zo bevond ik mij onlangs in een nogal precaire situatie. Ik loop met onze hond Dex het vaste rondje langs het dorpshuis. Daar is roering en bedrijvigheid: mensen die allemaal ‘strak in het pak’ uit hun auto’s stappen, kindertjes in nette kleertjes die zich op hun best proberen te gedragen. “Vast een bruiloft of receptie” denk ik bij mezelf. Die worden daar veel gehouden. Maar deze mensen zijn allemaal zo enorm serieus. “Nou, wat een gezellige familie zeg!” Is mijn sarcastische gedachtegang. Dex vind vooral de kindertjes erg leuk en springt olijk op ze af. Ook ik vind dat ik lollig moet doen en zing luidkeels: “Waar is het feestje?” En doe er zelfs een passend dansje bij. Waarop één van die kindertjes heel timide en amper verstaanbaar “Hier.” antwoordde. Strakke en boze gezichten kijken onmiddellijk mijn kant op. Pffff nou zeg, niet te vrolijk hoor! Wil ik hardop zeggen, maar bij de “Nou” van “Nou zeg” stokt mijn adem en ik bijt ik onmiddellijk op mijn tong! Schuin voor me staat hij namelijk geparkeerd: de imposante, niet te missen lijkwagen… Ter plekke zak ik door de grond. Heel ver! Tjesus Daf! “Waar is het feestje???” Met een boei van schaamte druip ik af! (Met de staart tussen de benen als ik die zou hebben…) Tegen de mensen die aanverwant zijn aan deze persoon, wil ik graag zeggen: Mijn oprechte excuses!!! Echt! Ik zal voortaan mijn flapuit reflexen beter onder controle houden!
Rust zacht lieve onbekende.