Behalve dat ik me kapot schaamde op het strand vanwege mijn nieuwe lijf (lees: uitgerekt en vol striae), moest ik me eveneens conformeren aan mijn nieuwe rol als moeder, die dus blijkbaar ook op vakantie non-stop is.
Vakantie. Een welverdiende periode van rust en ontspanning. Toch? Zo was het in ieder geval wel vóórdat ik kinderen kreeg. Met het vliegtuig naar een heerlijk warm land waar je urenlang kan liggen chillen op een strandbedje met een koud biertje binnen handbereik. (Of wat je dan ook maar prefereert.) Dat je kunt zwemmen wanneer je daar zin in hebt, slaap inhalen op het strand en ‘s avonds soms een drankje teveel neemt, gewoon omdat dat kan. En vergeet de avontuurlijke uitstapjes niet: snorkelen, duiken, jetskiën, rondreis door het betreffende land of midden in de nacht op een quad of kameel door de woestijn om ergens middenin de Sahara de zon op te zien komen. Been there, done it all! Kortom, vakantie = de perfecte mix van zon, zee, strand, rust, avontuur en uitslapen! Man, wat verlang ik ernaar om zó onbezorgd op vakantie te kunnen! Want hoe anders is het nu?
Voorbereiding
De pret begint bij mij al bij het inpakken. Of nee, eigenlijk al daarvoor; bij de vele wassen die twee weken voorafgaand gedraaid moeten worden om alles maar schoon in de koffer te krijgen. Ik bedoel, je gooit je kleding niet vies in de koffer toch? Zo ook strandlakens die zowat een heel jaar werkeloos in de kast hebben gelegen, beddengoed dat mee moet en beddengoed dat je nog even ‘vers’ op je eigen bed wilt hebben voor je weg gaat. En bij die enorme hoeveelheid was, hoort automatisch een bult strijkwerk. Hoewel de kleding eigenlijk nooit zo mooi glad weer uit de koffer komt als het erin gaat, is níet strijken ook geen optie. Dus is dat mijn bijna dagelijkse en oneindige bezigheid zo vlak voor de vakantie. Deze dagen lopen mijn kinderen daarom steevast in steeds dezelfde oude kleiding die óf kapot, óf te klein is. Want wat eenmaal in de koffer zit, gaat er niet meer uit! Ook niet het lievelingsshirt van puber of het favo zomerjurkje van kleuter!
Dan is er nog bepalen wat wel of niet mee moet. Dat kan bij mij behoorlijk wat stress opleveren. Ik vind het al lastig genoeg om dat voor mezelf te moeten verzinnen, maar sinds ik een gezin heb, moet ik voor vier mensen denken! Nu kan mijn man prima zelf zijn koffer inpakken hoor, maar denkt hij aan een vestje voor de koudere avonden? Of een regenjas, voor het geval dat? Een kleed voor op het strand? Rugtas voor een dagje weg? Insectenspray, paracetamol, diarree remmers, pleisters of een tekentang? Nope! Dat moet ik allemaal zelf bedenken en dus om te voorkomen dat er verwarring ontstaat over wie wat meeneemt, overzie ik dat proces het liefste zelf. Dan weet ik zeker dat alles mee gaat. Maar dat is niet per definitie een garantie voor een relaxte start van de vakantie.
Ras chaoot
Nu moet ik er wel even bij zeggen: ik ben een echte ras-chaoot! Daar waar een ander de koffers systematisch inpakt en al ruim een dag (of een week) van te voren klaar heeft staan, onderschat ik steevast de tijd die ik daar voor nodig ben. (Joh, alles ligt al klaar, het hoeft er alleen nog maar in, zo gepiept!) Met als gevolg dat ik tot diep in de nacht gestresst de laatste dingen bijeen loop te sprokkelen, om de volgende ochtend met welgeteld anderhalf uur slaap in de auto te stappen. De wallen hangen tot op mijn knieën, maar eindelijk rijden we en kan de vakantie beginnen! Toch?
Nou, bij ons kun je de klok erop gelijk zetten dat het binnen de eerste honderd kilometer ongeveer zo gaat:
Ik, stijf van shock: “Fuck! Heb jij die ene tas nog in de auto gedaan die in de hal lag?”
Manlief, onnozel: “Welke tas?”
Ik, geïrriteerd om zijn onnozelheid: “Nou, die Jumbo tas natuurlijk!”
Man, verbaasd: “Moest die mee dan?”
De sfeer slaat nu om in grimmig.
Ik: “Duh! Natuurlijk moest die mee! Die had ik toch pal voor de deur gelegd?!”
Man, laconiek schouderophalend: “Dat weet ik toch niet?”
Ik, op punt van uitbarsten met verheven stem: Verdomme, ik had toch tegen je gezegd dat die mee moest! Jij luistert ook nooit he!”
Hij, in de verdediging: “Wees dan ook duidelijker! En stop het niet in een Jumbo tas, dan vraag je erom!”
Ik, pissig en mokkend in bijrijdersstoel: Nou, wordt weer een leuke vakantie zo!
Oudste kind geschrokken vanaf de achterbank: “Gaan jullie nu scheiden?”
Die laatste opmerking zorgt gelukkig weer voor enig jolijt. Want gelukkig houden we veel van elkaar en komen dit soort dingen in de beste huwelijken voor. (Toch?) We lachen erom, en binnen een paar minuten is mijn vakantiestress-level weer gedaald tot het nulpunt en kan de vakantie écht beginnen.

Vakantie?
Maar, is vakantie met kinderen nog wel écht vakantie? Ik kan me de eerste keer dat ik als moeder op vakantie ging, nog heel goed voor de geest halen. De bestemming was Bulgarije, met vliegtuig uiteraard en gezellig samen met opa en oma. Ik had er enorm naar uitgekeken, want boy oh boy, wat was ik aan vakantie toe! Maar wat een tegenvaller! Behalve dat ik me kapot schaamde op het strand vanwege mijn nieuwe lijf (lees: uitgerekt en vol striae), moest ik me eveneens conformeren aan mijn nieuwe rol als moeder, die dus blijkbaar ook op vakantie non-stop is. De zorg voor het kind houdt niet op, ook niet op een heerlijke zonnige bestemming. Daar had ik even geen rekening mee gehouden!
Voeding op vaste tijdstippen, je dreumes moeten verschonen op de meest onmogelijke momenten, onophoudelijk sjouwen met die zware luiertas , onafgebroken in constante staat van alertheid zijn (dus niet even relaxt een boek lezen) en bij tijden verplicht binnen zitten omdat de kleine haar slaapje nodig heeft. Toen ik na drie dagen vakantie voor de zoveelste keer verplicht op ons hotelkamertje van acht vierkante meter zat, terwijl de rest lekker aan het genieten was van zon, zee en zwembad, toen brak ik. Dit is geen vakantie! Waar is mijn rust? Waar is mijn plezier? Dat ik de zorg af en toe moest delegeren richting echtgenoot, dat inzicht had ik toen nog niet.
Verzoening
Ik moet zeggen: het heeft wel eventjes geduurd eer ik mij verzoend had met deze nieuwe manier van vakantie vieren. En hoewel je er in de loop der jaren wel ingroeit (en ook leert delegeren richting partner), blijft het toch altijd een dingetje. Ook als ze ouder worden. Zo waren we in de meivakantie een weekje naar het wonderschone Brabant. Vrienden van ons wonen daar en gaan vaak in de meivakantie naar het buitenland met het hele gezin. Wij passen dan met liefde op hun huis en dieren. Een prachtig vrijstaande woning met een behoorlijke lap eigen grond. Zo is er een speeltuin, een dierenverblijf met geitjes, kippen en pauwen, een heus privézwembad en last but not least: een bos. Ja echt! Je kunt daar gewoon een boswandeling maken, zonder het terrein te verlaten! Dus ingrediënten genoeg voor de kids om zich te vermaken zou je zeggen. Toch heb in deze week wel tig keer “Ik verveel me.” van mijn prépuber gehoord. Of mijn kleuter moeten wegsturen met haar gehang en aandachttrekkerij: “Mama kijk, mama zie, mama kom.” Argh, ik kan het bijna niet meer horen! Ga toch spelen! Naar buiten. Zwemmen. Wandelen. Doe iets. Maar hang hier alsjeblieft niet steeds bij mij om!
Not amused
En dan zijn ze eindelijk samen aan het spelen, heb je nog geen rust. Zo besluiten jut en jul een balspelletje te doen buiten. Eindelijk iets waarin ze samen plezier hebben. “Yess, rust!” juich ik inwendig en pak mijn boek. Het boek dat al maanden klaar ligt om te gaan lezen, maar waar ik maar niet aan toe kom. Ik was van plan om er even helemaal voor te gaan zitten, echter al binnen vijf minuten jankt de oudste: een bal vol tegen een beugelbekkie. En weg is mijn rust moment! Zuchtend leg het boek aan de kant (de zoveelste mislukte poging deze vakantie), gevolgd door het nodige troostwerk, inclusief drinken en een snoepje (ja dat werkt bij pubers ook nog steeds) waarna het balspel verder gaat. Eventjes dan, want geloof het of niet, meteen bij de eerste worp, is het wéér raak! Maar nu is de jongste aan de beurt, die de bal vol in het gezicht krijgt. Alleen het kijken ernaar deed al zeer! Puber ligt blauw van het lachen, kleuter is not amused en schiet in een driftbui. Mijn zenn gevoel is inmiddels volledig verdwenen en kwaad smijt ik het boek aan de kant. “Kan het nou verdomme nooit eens normaal hier?!” Brul ik boven beide uit, gevolgd door een complete, niet erg pedagogische uitbarsting van mijn kant. Twee geschrokken gezichtjes kijken me aan alsof ik compleet mijn verstand verloren ben. De kleine stopt acuut met huilen en de grote slaat geschrokken een arm om zijn zusje heen. Zij zijn zich zoals gewoonlijk van geen kwaad bewust. En als ik uitgeraasd ben en mijn eigen kinderen naar mij zie kijken alsof ik veranderd ben in een kwaadaardig monster, dooft het enorme vuur dat zo opgelaaid was en maakt het plaats voor schuldbesef. Oeps. Misschien ben ik iets te ver gegaan? “Sorry jongens, zo bedoelde ik het niet. Zullen we de geitjes gaan voeren?” Probeer ik het om te buigen in iets positiefs. Dat idee wordt luid enthousiast ontvangen, tenminste, door de jongste.
Toen…
Mijn gewetensnood afkopen met wat quality time, daar trapt de oudste niet meer in. “Gaat het mam?” Fluistert hij zachtjes en aait me meelevend over mijn rug als we richting het dierenverblijf lopen. De schat. Ik smelt. Vakantie met kinderen is misschien niet zo relaxed als dat ik zou willen en dat boek wordt zal wel een tien jaren plan worden, maar terug naar toen ik nog geen kinderen had? Dat nooit!
Klik hier om de column op Famme.nl te lezen.