“Hahaha, wat kijk je stom mam!”
Onze oudste heeft onlangs een nieuw fenomeen ontdekt via YouTube: pranken. Ken je dat? Het is een soort huis tuin en keuken versie van Bananasplit. Niet die je kan eten, maar die andere dus, met Ralph Inbar! (Of Frans Bouwer, maar net van welke generatie je bent.) Je vrienden (en leraren) pranken is helemaal hot bij Noëlle op school en dat moet uiteraard thuis worden doorgevoerd.
Lachsalvo
“Ik ga vast naar de auto hoor!” als we weg moeten en dan stiekem achter de voordeur staan en keihard “PRANKKK!” roepen als mama nietsvermoedend langs je loopt. Of je schoenen hard van de trap gooien en dan schreeuwen van pijn zodat moeders (ik dus) denkt dat er eentje met botbreuken onderaan de trap ligt en in paniek, met een van angst vertrokken gezicht en een halve hartverzakking komt aanrennen om enkel een paar lege schoenen onderaan de trap te vinden. “PRANKKK!” Klinkt het geamuseerd van waar het gespuis zich schuilhield, gevolgd door bijbehorend lachsalvo vanwege de onthutste uitdrukking op mijn gezicht! (“Haha wat kijk je stom mam!”) Van je bloedeigen kroost moet je het maar weer hebben!
Maar er is één ding – of beter gezegd één iemand – die Noëlle over het hoofd heeft gezien. Iemand die lange tijd observeert alvorens keihard toe te slaan. Een stille maar geduchte tegenstander: Lynn, slechts vier jaar oud. Op een nietsvermoedend moment zit onze Lynn lief te spelen als de oudste laat thuiskomt van school. De grote, lieve zus uithangend, geeft Noëlle haar zusje een dikke knuffel. “Nehee!” Roept Lynn. “Niet doehoen! Ik heb in mij broek gepoept!” Waarop Noëlle onmiddellijk loslaat en gilt: “Iiieeuuww!” Om vervolgens demonstratief met dichtgeknepen neus weg te lopen. Maar dan draait dat kleine, olijke koppie zich met een grote grijns om en roept: “PJENKKK!”