Kont aan m’n watte?

Grote verbaasde ogen kijken me aan vanaf de bijrijdersstoel. “Wat de fak is nou weer een zelfstandig naamwoord?”

Gesprekjes in de auto met Nouri zijn altijd heel gezellig. Hij zit alsmaar vol vragen waardoor allerlei onderwerpen de revue passeren. Van: Waarom heet een achtbaan eigenlijk een “achtbaan” en geen “gaat-hard-baan?” Tot: “Waarom hebben wij geen indicatie hoeveel levens we nog hebben, zoals bij Super Mario?” Levensvragen dus.

Op dit moment hebben we een gesprek over het voortgezet onderwijs. Dat onderwerp komt niet uit de lucht vallen hoor, we zijn namelijk onderweg naar een open dag. Volgend schooljaar wil Nouri heel graag naar het VMBO, maar komende vanaf het speciaal onderwijs is het nog maar de vraag of dit haalbaar is en dat houdt dat de gemoederen van mijn puber (en mezelf) behoorlijk bezig. Hij vind het spannend, dat merk ik aan het feit dat hij steeds opnieuw over dit onderwerp begint.

“Weet je mama wat ik zo leuk vind aan het voortgezet? Vraagt hij.
“Nou?” Vraag ik terug.
“Dat ze van die kluisjes hebben waar je je boeken in kunt doen!” Antwoordt hij enthousiast.
Ik schiet in de lach. Tuurlijk jongen! Dat is nou net waar het complete voortgezet onderwijs om draait: de kluisjes!
Deze voorliefde voor kluisjes hebben we overigens te danken aan de serie Spangas, waar Nouri groot fan van is. En bedankt Spangas! Ik zie Nouri er helemaal toe in staat om zijn vervolgopleiding te kiezen op basis van de aanwezigheid van kluisjes!

Vakken

Daarna hebben we het over de verschillende vakken die je krijgt op het VMBO; Wiskunde, Engels, Geschiedenis, Nederlands.
“Nederlands?” Onderbreekt Nouri. “Wat stom! We wonen toch in Nederland? We spreken toch al Nederlands? Wat moet je dan in hemelsnaam nog leren bij het vak Nederlands?”
Logische gedachtegang vind ik. Ik leg hem uit dat Nederlands net zoiets is als het vak ‘taal’ wat hij nu ook op school heeft. Op zijn school is taal uitgesplitst in lezen, woordbegrip en spelling en zo is het ook met Nederlands op het voortgezet, alleen dan wat moeilijker. ‘Wat moeilijker’. Dat is blijkbaar een te abstract begrip voor Nouri, want hij werpt me tegen: “Maar ik kan toch alles al schrijven? Wat is er dan nog moeilijk?”

Ik probeer in gedachte mijn eigen lessen Nederlands uit de brugklas weer boven te halen. De lessen van meester Bosscher, een onwijs leuke leerkracht wiens lange gestalte en rossige baard me nog levendig voor de geest staan. Maar oei, dat is lang geleden! Té lang vrees ik, afgaand op de complete leegte die zojuist in mijn hoofd is ontstaan.

Zinloos

Toch schiet me nog net iets te binnen waar ik wat mee kan: “Zinnen ontleden!” Roep ik, blij dat mijn geheugen me niet geheel in de steek heeft gelaten. “Onderwerp, persoonsvorm, meewerkend voorwerp, zelfstandig naamwoord.” Vervolg ik op onderwijzende toon.
Grote verbaasde ogen kijken me aan vanaf de bijrijdersstoel. “Wat de fak is nou weer een zelfstandig naamwoord?” Is de respons.
“Nou, dát leer je dus bij Nederlands.” Antwoord ik geamuseerd over het feit dat ik Nouri’s brein heb kunnen triggeren. “Oh en ik weet nog een mooie!” Brul ik overenthousiast. “Een contaminatie!”
Nouri proest het uit! “Een kont aan m’n watte?” De hilariteit is groot. “Woehahaha, lijkt me wel leuk, dat Nederlands!” Hij grinnikt nog een tijdje na en ik realiseer me dat ik zó geen goed voorbeeld heb ingezet. Inmiddels zijn we op plaats van bestemming aangekomen en ik parkeer de auto. Daarmee is een einde gekomen aan deze wijze, maar hoogstwaarschijnlijk zinloze les. Zo leuk wanneer ik mijn omvangrijke kennis over kan brengen op mijn kroost; iets met “kont”!

Klik hier om deze blog op Famme.nl te lezen
Advertisement

One thought on “Kont aan m’n watte?

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s