Dodenherdenking. Een moeilijk concept om te bevatten voor een kleuter. Vooral als je net lekker buiten aan het spelen bent en je abrupt wordt onderbroken om naar binnen te moeten. Gevolg: een hilarische conversatie met een conclusie waar alleen de kleuter de logica van inziet.
Waarom moet ik naar binnen?
-Omdat het dodenherdenking is pop.
Weet niet wat dat is, dodadekking.
-Nee skat, dat klopt, dat is best ingewikkeld.
Maar waarom mag ik niet spelen?
-Omdat het dodenherdenking is, niemand speelt, iedereen is binnen.
Mag ik zien? (Kijkt uit het raam.) Maar waarom dan?
-Omdat dat zo hoort.
Maar waarom dan?
-Omdat we dan oorlogsslachtoffers herdenken.
Groot vraagteken op kleutertjes gezichtje.
-Vroeger was het hier oorlog.
Eindelijk een woord dat kleutertje herkent: echt waar? Waarom dan?
-Omdat er gemene mensen waren en daar gingen we tegen vechten.
Waarom dan?
Omdat we die gemene mensen weg wilden hebben.
Waarom waren die er dan?
Die wilden ons land inpikken en de baas spelen.
Wat gemeen! Maar waarom dan?
-Dat weet mama ook niet schat, dat is nou eenmaal gebeurd. Maar die mensen zijn weg. Er is geen oorlog meer en om dat te herdenken zijn we ieder jaar op vier mei twee minuten stil. (Hoopt daarmee de discussie te sluiten want het is bijna acht uur.)
Kleutertje denkt heel hard na (aan de immense frons op het voorhoofd te zien) en zegt na lange stilte: maar wel kots! Er is geen oorlog meer, maar wel kots he mama? (De kat had zojuist gekotst.)
En met deze super logische eindconclusie gaan we de twee minuten stilte in. Mooi dat de boodschap is overgekomen…